
Inleiding
Het bestuur (bevoegd gezag) is eindverantwoordelijk voor de scholen binnen zijn organisatie. Het bestuur ontwikkelt beleid en bespreekt dit met de medezeggenschapsraad (MR), die ermee instemt of erover adviseert. Vaak staat het bestuur ver van de dagelijkse schoolpraktijk, terwijl het voor de MR makkelijker is om de schoolleider te benaderen, omdat deze dichterbij staat.
De Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) biedt de mogelijkheid dat de schoolleider namens het bevoegd gezag optreedt. Dit betekent dat de formele bevoegdheden worden overgedragen aan de schoolleider, die dan het bestuur vertegenwoordigt. De schoolleider is dan gemandateerd, wat inhoudt dat hij of zij namens het bestuur spreekt en handelt. Het bestuur blijft echter altijd eindverantwoordelijk. De precieze taken en bevoegdheden van de schoolleider staan beschreven in het managementstatuut.
De schoolleider in de WMS
De WMS definieert in artikel 1, sub h, wat wordt verstaan onder ‘schoolleiding’:
De directeur, rector of leden van de centrale directie van een school, evenals conrectoren of adjunct-directeuren.
In het basisonderwijs en speciaal onderwijs bestaat de schoolleiding vaak uit de bovenschoolse directeur en adjunct-directeur of locatieleider. In het voortgezet onderwijs bestaat de schoolleiding uit de rector/directeur en adjunct-directeur of conrector. De WMS biedt in artikel 6, lid 5, de mogelijkheid voor het bevoegd gezag om het voeren van besprekingen met de MR te mandateren aan de schoolleiding:
Het bevoegd gezag kan een lid van de schoolleiding of een personeelslid dat managementtaken uitvoert voor meer dan één school opdragen om namens hen met de medezeggenschapsraad te overleggen.
Wanneer de schoolleider namens het bevoegd gezag optreedt, moet dit worden vastgelegd in het medezeggenschapsstatuut. De schoolleider kan in dat geval niet tegelijkertijd als vertegenwoordiger van het bevoegd gezag en als MR-lid optreden. Formeel zijn er geen bezwaren tegen een scholleider in de MR (die niet het bestuur vertegenwoordigd), maar je zal wel begrijpen dat deze situatie vaak leidt tot een ‘slager die zijn eigen vlees keurt’. Dat is in governance termen zeker niet wenselijk en gaat voorbij aan de mores van medezeggenschap.
De discussie wordt wat lastiger als het gaat om coödinatoren, teamleiders, onderwijskundig hotemetoot. Vaak zitten deze functionarissen op een andere plaats in de structuur, waardoor lidmaatschap MR misschien wel zuiver zou kunenn zijn. Zelf heb ik gemerkt dat veel mensen die in een min of meer leidinggevende positie zitten, de loyaliteit laten verschuiven waardoor de vraag rijst of zij wel áfgevaardigde van het personeel’ kunnen zijn.
In artikel 3, lid 7 van de WMS staat:
Leden van het bevoegd gezag of die hen vertegenwoordigen kunnen geen lid zijn van de medezeggenschapsraad.
De rol van de schoolleider
Een schoolleider kan grote invloed hebben op hoe de MR functioneert, zowel positief als negatief. Een schoolleider die de MR ziet als een belangrijk democratisch orgaan dat bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs, houdt de MR actief op de hoogte van ontwikkelingen. Dit leidt tot een positieve samenwerking. Aan de andere kant kan een schoolleider die de MR als een obstakel ziet, proberen alles zelf te regelen, wat negatief kan uitpakken.
De schoolleider kan de MR op verschillende manieren ondersteunen, zoals door vooraf overleg te voeren met MR-leden of door de agenda samen met de voorzitter door te nemen. Daarnaast kan de schoolleider zorgen voor afstemming tussen de vergaderdata en agenda’s van personeelsvergaderingen, het schoolleidersoverleg en die van de MR. Afstemming tussen de managementagenda en de MR agenda, ligty voor de hand. Het inrichten van gezamenlijke processen waarin besluitvorming hand-in-hand kan gaan en medezeggenschap een rol kan spelen op een tijdstip dat het er toe doet, is enorm belangrijk. Tenslotte kan hij of zij waardering uitspreken voor het werk dat de MR-leden doen.
Schoolleider wel of niet aanwezig bij MR-vergaderingen?
De MR bepaalt of de schoolleider bij de vergaderingen aanwezig is. Het is belangrijk dat de MR hier een duidelijke keuze in maakt. Vaak is er een verschil tussen een overlegvergadering (SL wel aanwezig) en een MR vergadering (SL niet aanwezig).
De schoolleider heeft veel expertise en de MR kan hiervan profiteren, bijvoorbeeld door de SL gesprekspartner te laten zijn bij complexe onderwerpen. Door zijn of haar positie kan de schoolleider vroegtijdig ontwikkelingen signaleren en relevante informatie doorgeven vanuit het ministerie, de gemeente, het schoolbestuur, ouders, het samenwerkingsverband, leerlingen en het schoolteam. Het is logisch dat de schoolleider aanwezig is bij agendapunten waar extra toelichting nodig is of informatie verstrekt moet worden. Er zullen echter ook momenten zijn waarop de MR zonder de schoolleider wil overleggen, bijvoorbeeld om vrijuit te discussiëren. Sommige MR-leden spreken makkelijker als de schoolleider er niet bij is. Nadat de MR een standpunt heeft ingenomen, kan dit vervolgens worden teruggekoppeld aan de schoolleider.
Een praktische oplossing kan zijn om de agenda zo in te delen dat de schoolleider in het eerste deel van de vergadering aanwezig is voor updates en vragen. In het tweede deel kunnen de MR-leden onderling discussiëren en een standpunt bepalen.